Het werd weer eens tijd voor wat anders. Ik had vooralsnog genoeg beleefd in de achterstandswijk in Dordrecht. Ik kwam nauwelijks meer toe aan wie en wat ik eigenlijk belangrijk vond: De mensen voor de klas, het onderwijs. De steeds maar groter wordende problemen in de wijk, in de gezinnen, in de school en in mezelf hielden me meer en meer bezig. Ik moest diep gaan om mijn idealen nog boven te kunnen halen en te houden.

De brede school kwam in de actualiteit, een nieuw fenomeen en natuurlijk wilde ik zo breed mogelijk. Om me daar nog beter op te oriënteren ging ik, helemaal alleen, een dag op excursie naar de Vensterschool in Groningen. Mijn ambities waren groot, maar gaandeweg kwam ik erachter, dat ik niet de enige was in Dordrecht. Er waren nog zoveel andere scholen met hetzelfde ideaal. De Meander was niet de enige probleemschool in een probleemwijk. Natuurlijk moesten er prioriteiten worden gesteld en helaas werden wij dat niet. We eindigden niet eens in de top drie. Ik was diep teleurgesteld…

Een ander sprekend voorbeeld van achteruitgang was het schoolkamp van groep 8: In de beginjaren gingen we altijd naar een padvindershuis, eerst in Zeeland en later in de bossen van Zeist. Maar ieder jaar werd de groep kinderen die meeging kleiner. Oorzaak daarvan was, dat er steeds meer meisjes van hun ouders niet meer mee mochten, omdat de ouders er niet in geloofden dat dit goed zou zijn voor hun dochter. Er was dus blijkbaar op dit punt te weinig vertrouwen in de school, ook al ging de Turkse juf mee op kamp. De laatste paar jaren gingen we niet meer op schoolkamp, maar gingen we een week lang op de fiets dagtochtjes maken naar de Merwelanden, waar we dan een soort kampprogramma nabootsten. De integratie van de Medelanders in onze schoolcultuur was op dit punt zeker mislukt.

Het werd nu écht tijd voor wat anders. Na lang nadenken wist ik het zeker: Werken en wonen aan zee. Dat had ik nog nooit gedaan. De zee trok altijd al: Ieder jaar gingen we op vakantie er naar toe. Als we aan zee zouden wonen, dan pas zouden we gelukkig zijn. Ik zou dan werken op een witte school, zonder al die grote problemen. Voor eeuwig op vakantie! De gedachte alleen daaraan maakte me al helemaal vrolijk. Na geduldig wachten en door heel selectief te werk te gaan, diende Katwijk aan Zee zich aan met een mooi, nieuw schoolgebouw, een relatief jong team en een degelijk, ouderwets schoolbestuur. De school stond op ruim honderd meter van het Noordzeestrand. Als ik in de directiekamer goed luisterde kon ik de branding in de verte horen. Vanuit het raam kon ik nog net de Vuurbaak zien, de voormalige Katwijkse vuurtoren. Het team had na een moeilijke periode zin in de nieuwe directeur.

Een huis zoeken was niet zo gemakkelijk, omdat we met onze vier kinderen toch wel een redelijk groot huis wilden hebben. Uiteindelijk vonden we een passend, en vooral ook betaalbaar huis in het naburige Noordwijk. Eén juni, een paar weken voor de zomervakantie, was mijn eerste werkdag aan zee.

Maandenlang heb ik dat vakantiegevoel kunnen vasthouden, vooral als ik op de fiets door de duinen naar huis reed.


1 reactie

Anneke B · 14 juni 2019 op 15:16

mooie stukjes schrijf je Marchinus. ik ben blij dat je ooit de stap naar Katwijk hebt gemaakt en daardoor in Noordwijk bent gaan wonen. Anders had ik jou en Colette nooit leren kennen. We hebben een leuke tijd gehad.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.