Achter in het schoolgebouw, tussen het computerlokaal en de voorraadkast voor het papier, was een klein hok. Er zaten geen ramen in. Het was een soort rommelhok. Het was het domein van de conciërge van de school en hij was er de baas.
Er stond een werkbank in en er stonden langs de wanden wat stellingen, vol met allerlei gereedschap en handenarbeidmaterialen. Ook lagen er overal losse schroeven en spijkers in allerlei diktes en lengtes. Meestal was het er een grote rommel, maar als de conciërge had opgeruimd, dan zag het er een paar dagen weer redelijk netjes uit. In de buitenmuur was een ventilatortje ingebouwd, die ervoor moest zorgen dat er nog een soort minimum aan zuurstof binnen kwam. De conciërge kon zich in deze ruimte terugtrekken, als hij even op adem wilde komen van het harde werken.
Ook veel leerkrachten brachten regelmatig een bezoekje aan het hok. Niet om even uit te rusten, maar meer in het kader van een pauzemomentje en even ontspannen, kwamen de rokers van het team op gezette tijden even buurten in het hok. Het hok was verworden tot de rookruimte van de school. Vlak voor schooltijd, tussen de middag en na schooltijd was het er met regelmaat een drukte van belang. Soms zaten er in de veel te kleine ruimte wel vijf leerkrachten een sigaret te roken. Ook sommige niet-rokers sloten zich soms voor de gezelligheid aan. Er werden vaak serieuze gesprekken over het onderwijs gevoerd. Soms kwamen de anderen ook wel op het gelach, wat vanuit het hok de hele school doorklonk, af. Het zorgoverleg, wat ik met de intern begeleider van de school hield, deden we standaard in het rookhok, omdat we dan, tijdens ons gesprek, er alle twee bij konden roken. De agenda voor de teamvergadering kwam vaak tot stand in de rookruimte.
Als het hok weer eens intensief was gebruikt, hing er altijd een indringende blauwe lucht. Wanneer de deur dan open gedaan werd, konden we niet voorkomen, dat een deel van de walm zich verspreidde door de gemeenschapsruimte en verder de school in dreef. Het ventilatortje was gewoon te klein en kon zijn werk beslist niet aan. Soms rook de hele benedenverdieping van de school lichtelijk naar sigarettenrook. Niemand die er wat van zei. Niemand die vond dat dit in een school eigenlijk niet kon. Niemand die een klacht indiende.
Gelukkig compenseerden we al die viezigheid door ook vaak even buiten te zijn. We liepen graag een kwartiertje pleinwacht en ademden dan de zuurstofrijke zeelucht in. Als het even kon, dan gingen we er met de kinderen op uit. Het liefst naar het strand, voor de zeelessen of een gezellige spelletjesdag.
1 reactie
Ria · 12 oktober 2019 op 12:39
Uit ervaring weet ik, dat je tijdens het roken hele leuke en inspirerende gesprekken kunt voeren!
Toch ben ik blij, dat ik van het roken af ben.
Ik zal niemand mijn methode aanraden!