Het was op een vrijdag in de late herfst. Het stormde gaandeweg de dag steeds harder. De wind kreeg in de middag bijna orkaankracht. Het zand van het strand werd over de Boulevard en de achterliggende straten geblazen. Overal ontstonden hoopjes zand, die in de loop van de dag in kleine duintjes veranderden.

Ook op het voor- en achterplein van de school was een ware zandstorm aan de gang. Ik besloot die dag maar niet al te laat naar huis te gaan en stapte rond half vijf in de auto, die, bijna gezandstraald, voor de school stond. Ik voelde het zand op mijn gezicht. Bezorgd keek ik naar de lucht, die steeds dreigender werd. Er kwamen grote regenbuien aan. Met moeite kreeg ik het portier open en ik reed voorzichtig naar huis.

In Noordwijk stond de zuidwester storm loodrecht op de ramen van ons huis. In de open vlakte voor ons huis onder aan de duinen had de wind vrij spel. Ik hoopte dat de storm snel wat af zou nemen en dat het wat rustiger zou worden. Die nacht heb ik erg onrustig geslapen. Pas tegen de ochtend nam de storm geleidelijk wat af en viel ik in een diepe slaap.

Ik werd wakker door het gerinkel van de telefoon. Het was een van de buren van de school. “Weet je dat er twee lichtkoepels van het dak zijn gewaaid? Vanuit ons slaapkamerraam kan ik het precies zien. Een ervan ligt nu bij mij in de tuin. Waar die andere is, weet ik niet. Ik denk dat je er maar even wat aan moet doen, want het regent nu vast naar binnen.” Ik bedankte hem voor het telefoontje en meldde hem dat ik straks wel zou komen. Ik kleedde me aan, at wat en even later reed ik naar Katwijk om de schade op te nemen en om te zien wat ik verder kon doen. Toen ik over de Boulevard reed, was deze helemaal veranderd in een grote zandbak. Ik zag nauwelijks nog waar de rijweg was. Een shovel en een veegwagen van de gemeente waren al bezig om de grootste duinen weg te krijgen.

Bij de school was het ook één grote zandpartij. Door de regen bleef het zand nu gewoon liggen en er kwam geen nieuw zand meer bij. De waterschade viel gelukkig mee en ik ging naar het bovenlokaal, waar een deur was naar het grote platte dak. Inderdaad, er waren twee lichtkoepels verdwenen. Een ervan lag in een hoekje van het plein tegen de schutting aan. De ander was door de buurman inmiddels bij de voordeur neergelegd. De bouwkundig medewerker van het schoolbestuur nam niet op, toen ik hem probeerde te bellen. Het bouwbedrijf had het na de storm erg druk met heel veel schadegevallen en kon zeker vandaag niet meer komen en op zondag werkten ze niet. “Dat wordt ergens volgende week.” Ik bedacht hoe ik dit misschien kon gaan aanpakken. De lichtkoepels waren er nog. Als ik ze nu eens terug legde en ging verzwaren? Beneden op het plein lag zand genoeg. Ik schepte heel wat grijze vuilniszakken half vol met zand, zodat ik ze nog kon dragen. De buurman, die me bezig zag, hielp mee om de koepels weer naar boven te krijgen. De scharnieren, waarmee we ze open konden zetten, waren in de harde storm finaal afgebroken. Met de zandzakken verzwaarde ik de twee koepels en ik legde voor de zekerheid ook nog maar wat zakken zand op de andere koepels. Nat en moe kwam ik aan het begin van de middag weer thuis.

De aannemer had voorlopig geen tijd. Een paar maanden lang hebben we door de lichtkoepels naar de grijze zakken kunnen kijken. Toen kwamen er nieuwe stevigere koepels, zonder scharnieren. Ze konden niet meer open. De verzekering dekte uiteindelijk alle schade, maar, helaas, niet mijn vrije zaterdagochtend…

Categorieën: Katwijk aan Zee

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.