Het was eind juni, tijd voor de jaarlijkse schoolreis. We hadden dit schooljaar een voor ons gemakkelijke keuze gemaakt: met de hele school naar het Linnaeushof in Heemstede. Dit jaar geen educatieve bestemming, maar gewoon de hele dag lekker spelen in wat de grootste speeltuin van Europa werd genoemd.

Het weer was prima: droog en niet te warm. De drie bussen stonden even voor negen uur voor de school. We verdeelden ons volgens strak schema over de bussen. Ik zat in bus nummer 1, helemaal voorin naast de chauffeur op de plek met het meeste uitzicht en het minste kinderlawaai. De reis ging precies zoals het hoort op een schoolreis: Er werd hard gezongen en natuurlijk flink gesnoept. Na bijna anderhalf uur rijden draaiden de bussen de parkeerplaats naast de speeltuin op en even later stonden we met ruim 200 kinderen in de rij bij de kassa. We hadden via het busbedrijf een arrangement gekocht, dus konden we zo doorlopen. We zouden om half vier pas weer vertrekken. We hadden vijf uur de tijd om de speeltuin tot in het kleinste detail te ontdekken. De kinderen vermaakten zich prima. Er was veel afwisseling in speeltoestellen en voor elk kind was er wel iets wat zijn of haar voorkeur kreeg. De een speelde graag met water. De ander vermaakte zich liever in het speelkasteel of op de trampoline. We zaten die dag dan ook al vroeg en ontspannen aan de koffie en genoten van het zonnetje op een van de vele terrassen.

We gingen tussen de middag per groep lunchen aan grote picknicktafels. Dit zou worden omgeroepen in het park, zodat alle kinderen op tijd zouden zijn voor de friet met mayonaise en het drinken. Toen ik vroeg om de eerste groep op te willen roepen, zei de mevrouw achter de microfoon: “Waarom roept u het niet zelf om? Dat klinkt voor de kinderen veel vertrouwder en u hebt een mooie stem.” Dat leek me wel wat en even later schalde mijn blikken stem over de speeltuin. Geweldig! Even later stormden de kinderen eraan. Ze hadden mij allemaal gehoord en hadden onmiddellijk geluisterd. Als trotse directeur riep ik alle groepen om! Nadat iedereen had gegeten ging het spelen weer vrolijk verder. Om kwart over drie mocht ik nog één keer omroepen: “Willen de kinderen van de Hoeksteen zich verzamelen bij de uitgang?” “Meneer, u hebt echt een mooie stem. Wilt u niet bij ons komen werken?” Ik bedankte vriendelijk voor dat aanbod. “Ik denk dat ik in het onderwijs meer verdien!”

Om half vier zaten we weer in de bussen. We telden nog even of alle kinderen er waren. We misten er twee. Aygül en Sevda waren er nog niet. Een van de meisjes wist te vertellen dat ze nog even naar de WC waren. We wachtten nog even, maar de meisjes kwamen niet. De chauffeur keek al eens ongeduldig op zijn horloge. “Ik kijk wel even waar ze blijven”. Ik stapte uit en liep terug naar de uitgang van de speeltuin. Hoe het precies is gegaan is nooit echt boven water gekomen, maar de twee meisjes zijn waarschijnlijk de andere kant van de parkeerplaats langsgelopen naar bus nummer 1. “De meisjes zijn er!” riepen de kinderen. “Compleet”, riep juf Jannie. “Rijden maar!” De chauffeur deed de deur dicht en vertrok. Ik zag hem weg rijden, de andere bussen er achter aan. Ik rende nog in de richting van de bussen, maar was natuurlijk te laat. “Leuke grap”, dacht ik nog. “Ze stoppen natuurlijk om de hoek om mij in te laten stappen.” Maar ze stopten niet, gaven zwaar ronkend meer gas, zwarte rookwalmen achterlatend.

Daar stond ik, helemaal alleen in Heemstede. Gelukkig had ik wat geld bij me. Ik heb de bushalte opgezocht en ben later met de trein van Haarlem naar Dordrecht gegaan. Pas tegen half acht kwam ik boos thuis. Nog diezelfde avond kwam juf Jannie met een bos bloemen aanzetten. “Ik dacht dat je in een van de andere bussen was gestapt. We hebben je pas terug bij school in Dordrecht gemist, want we hadden de sleutel van het fietsenhok niet”. Ik ben er nog lang boos over geweest. Zelfs de 50 gulden korting van het busbedrijf maakte het niet goed.

Ik heb toen even serieus overwogen om tóch maar omroeper te worden in het Linnaeushof.

Categorieën: Dordrecht

2 reacties

Ria · 12 april 2019 op 10:22

Wat een vervelend slot van zo’n leuke dag! Had je toen maar een mobiel gehad!
Dan had je ze direct kunnen waarschuwen.
Toch moet ik er wel een beetje om lachen: de directeur, die eenzaam achter blijft en daar zielig staat en niet kan geloven, wat hem overkomt!
Dat ze zo maar weg rijden en niet eens achterom kijken! Dat is toch niet te geloven!
Ik heb nu nog met je te doen!
Van je collega’s moet je het maar hebben!

Ria Smid · 12 april 2019 op 10:30

Ik moet er wel om lachen, want ik zie je daar beteuterd naar de vertrekkende bussen kijken. Hoe kunnen ze mij nu vergeten? En niemand kijkt achterom! Dit geloof je toch niet?
Ben je er nog boos om?
Had je je personeel wel goed geinstrueerd? Niet alleen de kinderen tellen, maar ook de meesters en juffen!
Achteraf weet je altijd , hoe iets beter had gekund!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.