Op 1 augustus 1985 trad de wet op het basisonderwijs in werking. Ik had ineens een directeur in plaats van een hoofd en ik mocht mij zomaar, zonder enige verdere studie, leraar noemen. De kleuterschool kreeg onderdak in de lagere school en ik werd plotseling meester van de groepen 5 en 6.

De school met de Bijbel werd in die tijd ingrijpend verbouwd en kreeg een nieuwe, sprekende naam: De Springplank. Een van de vaders ontwierp er zelfs een mooi, passend logo bij. Tijdens de verbouwing, die een paar maanden duurde, zat ik met mijn klas in een bij-gebouwtje van de kerk. Het was vooral improviseren in een veel te kleine, bedompte ruimte, maar we hebben er veel plezier gehad, vooral als we speelkwartier hadden op het grote kerkplein. Het schoolplein werd ook aangepakt en kreeg een grote zandbak en er werden een paar speeltoestellen geplaatst. We gingen van harte mee in de vaart der veranderingen en het duurde niet lang, of we gingen zelfs, voor het eerst met het hele team op cursus. De eerste cursus was een leescursus en even later deden de leesmoeders en het niveau-lezen hun entree. Na een tijdje mochten we ons onderwijsvoorrangsschool noemen en daar waren we bijna trots op!

De klompen werden op school verboden om eventuele gevechten, waarin ze als wapen werden gebruikt, te voorkomen. We wierpen het oude imago van boerenschool ver van ons af. We gingen zelfs Engelse Taal en Wereldoriëntatie geven. Er kwamen twee-wekelijkse teamvergaderingen, waarin we ons onderwijs met elkaar bespraken en plannen voor de toekomst maakten. De inspraak van ouders was geregeld in de medezeggenschapsraad. Het onderwijs was in beweging en hoe!

Ook in mijn persoonlijke leven was er van alles veranderd. Ik was inmiddels al een tijd gescheiden en woonde samen met een, ook gescheiden, Vlaamse, katholieke vrouw. Als voorzorgsmaatregel had ik dit alles in een lang gesprek aan de voorzitter van het schoolbestuur medegedeeld en toegelicht.

Grenzen verleggen en soms eens een taboe doorbreken, was in die dagen een sterk punt van mij. Een beetje overhellen naar links, was een houding die mij het liefste paste: Ik vierde liever 1 mei dan Koninginnedag. Kinderen moesten toch mee kunnen aan het avondmaal in de Gereformeerde Kerk? Ik werd bewust geen lid van het CDA, maar stemde openlijk op de PPR. Ik hing in verkiezingstijd dan opzichtig een affiche achter het raam van mijn huis. Sommige mensen noemden mijn gedrag soms recalcitrant. En ze hadden gelijk, vooral als ik op zondag de auto ging wassen of frieten ging halen in het plaatselijk café. Langzamerhand ging het keurslijf van de dorpsmeester me meer en meer knellen. Het werd tijd voor wat anders. Maar er waren bijna geen passende banen te vinden. De arbeidsmarkt zat vooralsnog op slot.

Categorieën: Ezinge

3 reacties

Grietje Tempel · 16 februari 2019 op 18:38

Tja…..tijden gingen veranderen.
Ik was eerst hoofdleidster en toen kwam ik bij jullie in het gebouw en waren we officieel een basisschool.
Wel een stuk gezelliger samen. Ik zag de kleuters nu opgroeien. Wel een mooie tijd!

Ellen · 18 februari 2019 op 16:43

Wat een leuke blog, zo herkenbaar, ik woonde toen weliswaar al in Groningen, maar ken het blijf bij jezelf gevoel. Dan ben je misschien anders dan de gemiddelde mens.

Nicole · 18 februari 2019 op 17:22

Wij waren helemaal in de wolken met de keuze van “die Vlaamse vrouw”! Welkom schoonbroer, was dat ook in 1985? Dat je dat toch moest bespreken met het schoolbestuur. Zou nu niet meer hoeven!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.