Mijn liefde voor België is ontstaan tijdens mijn studententijd op de pedagogische academie. De leraar kunstgeschiedenis nam ons een paar keer mee op excursie naar Vlaanderen. We bekeken daar allerlei musea, kerken en kathedralen in de oude Vlaamse steden Brugge, Gent en Antwerpen.

Naderhand ben ik regelmatig naar België blijven gaan, zelfs een keer op de fiets, helemaal vanuit Groningen. Op de fiets dwars door België, door Huy, Leuven, Brussel, Kortrijk, van jeugdherberg naar jeugdherberg. Eerlijkheidshalve: Ik heb in de Ardennen een stuk met de fiets in de trein afgelegd.Eigenlijk was het fietsen daar een levensgevaarlijke onderneming, want fietspaden waren in die tijd in België nog nauwelijks aangelegd. Het was onontkoombaar dat ik op een dag verliefd zou worden op een Belgische vrouw. Een liefde die uiteindelijk zou uitgroeien tot een lang en gelukkig huwelijk.

Ik ontwikkelde in die tijd een voorliefde voor de Belgische literatuur: Hubert Lampo, Hugo Claus, Jos Vandeloo, Ward Ruyslinck, Louis Paul Boon, allemaal schrijvers waarvan diverse boeken in mijn boekenkast belandden. Van de laatste schrijver ben ik later boeken gaan verzamelen. Ik heb inmiddels meer dan 60 titels en heel soms pak ik nog wel eens een boek van Boontje om te herlezen. Bij sommige boeken herleef ik dan de Vlaamse cultuur, de taal, de gastvrijheid en waan ik mij soms terug op een van mijn vroegere tochten.

Ik heb altijd al veel gelezen. Zo kocht ik een keer tijdens de Boekenweek het boek “Opwaaiende Zomerjurken” van Oek de Jong. Het was nog niet zo lang uit en toen ik er eenmaal in begon te lezen kon ik niet meer stoppen. Het verhaal over Edo, de hoofdpersoon, sprak mij erg aan. Zijn groei naar volwassenheid, de eeuwig durende zomer, zijn beleving van het toppunt van geluk en vrijheid lieten mij niet meer los. Ik moest verder lezen. Het boek moest uit! Jammer genoeg moest ik maandag weer aan het werk, dus zat er niets anders op dan verder lezen uit te stellen. Toen kreeg ik opeens een idee: Ik kon me best eens een keertje ziek melden. Dat had ik eigenlijk nog nooit gedaan. En met een dag vrij kon ik dat boek immers uitlezen! Zondagavond laat belde ik met het hoofd van de school: “Ik voel me ziek. Ik heb net overgegeven en heb verschrikkelijke buikpijn. Ik kan morgen niet komen werken.”

Terwijl ik de kinderen in de verte op het plein hoorde spelen, heb ik het boek uitgelezen. Voor de vorm heb ik dat maar wel in bed gedaan. Toen het hoofd laat in de middag belde om te vragen hoe het met me was, zei ik: “Het gaat wel wat beter. Ik denk dat ik morgen weer werken kan.” Erg schuldig heb ik me niet gevoeld, maar het is wel bij deze ene keer gebleven.

Categorieën: Ezinge

5 reacties

Riia · 1 februari 2019 op 19:09

Je hebt deze ziekmelding vast nooit thuis verteld! Zo waren we niet opgevoed!

De Mey Nicole · 1 februari 2019 op 20:50

Zo eerlijk Marchien! En dat boek, heb je het nog? Dat wil ik ook wel lezen!

Ria · 2 februari 2019 op 13:47

Gingen jullie ook naar België?in mijn tijd deden we dat ook al met meneer Ronda!
Brugge en Gent. We overnachtten toen in een jeugdherberg !
Op de terugweg gingen we naar Keulen en we bezochten daar de dom!
Bij mijn weten heeft niemand van ons een Vlaamse partner gevonden!
Jij dus wel!En wat voor iemand!
Je blog vind ik nog steeds erg leuk! Houd dit nog maar even vol!Ik verheug me er nog steeds op!

Guus Fröberg · 2 februari 2019 op 14:04

Ach, wie zonder zonde is werpe de eerste steen. En dit is maar een kleintje. Ga zo door met schrijven. Ik lees een eenentwintigste Theo Thijssen, één van mijn favorieten.

Mich · 6 februari 2019 op 15:25

Geweldig ….. zo “plezant” ….. die blog van jou

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.