We hadden met de directeuren van de basisscholen en de managers van de opvang een tweedaagse vergadering gehad in Rockanje. Er waren veel onderwerpen de revue gepasseerd, want de onderwijsstichting ging over een paar maanden fuseren met een opvangstichting. Veel zaken met betrekking tot organisatie en beleid moesten opnieuw worden uitgewerkt.

Voor mij hoefde die fusie niet zo nodig, vooral omdat een van de gevolgen ervan zou zijn, dat alle basisscholen in korte tijd omgevormd zouden worden tot kindcentra. Opvang en onderwijs moesten dan als gelijkwaardige partners worden aangestuurd door de directeur. Ik was van mening dat ik eerst het onderwijs en de organisatie ervan op mijn school helemaal op orde wilde hebben en dat ik daarna wel eens zou zien wat de meerwaarde van een officieel kindcentrum zou zijn. Ik had al voor- en naschoolse opvang op school en wat zou dagopvang en een peuterspeelzaal daar nog aan toevoegen? Een doorgaande lijn in de ontwikkeling van de kinderen leek mij vooralsnog veel te idealistisch, maar ik had niet veel keus. Schoorvoetend en met frisse tegenzin sloot ik me aan in de rij.

Een van de laatste onderwerpen van de meerdaagse bijeenkomst was de duurzaamheid. Het werd ingeleid door Richard Dunne. Hij was directeur van de Ashleyschool in Engeland. Ik kende Richard van een eerdere ontmoeting. Ik was samen met de bestuurder van de stichting en een ouder van school naar een conferentie in Doorn geweest. Het ging daar over duurzaamheid, klimaatverandering en onze grote zorgen over de toekomst van de aarde, als we op deze voet verder zouden gaan.

Richard hield een vlammend en indringend betoog. Zijn boodschap kwam goed over en even later bogen we ons over de vraag hoe we duurzaamheid in ons nieuwe beleid zouden kunnen borgen. Een van de ideeën was om een bezoek te brengen aan zijn school in Walton on Thames, een stadje niet zover van Londen. Omdat ik al wat contact met Richard had, mocht ik het reisje gaan organiseren en een programma voor de excursie maken.

Het kostte veel tijd om alles in orde te maken: De reis heen en terug, het hotel, ergens een restaurant reserveren, het vervoer naar de school, het avondprogramma, enz. Uiteindelijk kwam alles dik in orde en als een ervaren reisleider liep ik voorop tijdens onze duurzame reis. Het leek wel een schoolreisje. Eerst met ons vijftienen met de trein naar Brussel, overstappen op de Eurostar, in Londen met de metro naar een ander station en vervolgens met een locaal boemeltje naar Walton on Thames.

We werden van het station opgehaald met een heel oud schoolbusje, waar we opgevouwen met onze tassen en koffers in moesten zitten. Het hotel was  prachtig, gebouwd in de stijl van de typische Engelse landhuizen. Er hing duidelijk nog een laat 19e eeuwse sfeer. Het rook er zelfs naar. Vroeg in de avond aten we in een plaatselijk Indiaas restaurant en de volgende ochtend gingen we op tijd naar de Ashleyschool, zodat we de dagopening in de aula konden meemaken.

De school had van de onderwijsinspectie het predicaat “uitmuntend” gekregen. Dat wilden we natuurlijk ervaren en beleven. De school bestond uit verschillende units, duurzaam gebouwd en verbouwd. Er lagen zonnepanelen op de daken. Het regenwater werd gebruikt om de toiletten mee door te spoelen. De opgewekte en verbruikte energie waren op monitoren te volgen. De lesprogramma’s in de overvolle groepen waren prima in orde. Er was natuurlijk veel aandacht voor natuur en milieu, maar ook voor kunst en creatieve vakken. Vlak naast de school was een groot sport- en speelterrein en natuurlijk een een hele grote schooltuin, waar alle groepen bij toerbeurt in werkten. De opbrengst werd gebruikt voor het warme eten, wat de kinderen iedere dag tussen de middag kregen in de aula van het oude hoofdgebouw. Een school om jaloers op te zijn, vooral toen ik in de schooltuin een meisje ontdekte dat languit liggend een gele margriet aan het tekenen was. Dit was het soort onderwijs wat ik ook zou willen!

Na een korte toespraak overhandigde ik aan een van de leerlingen een paar zakken bloembollen, tulpen, narcissen en hyacinten, zodat de leerlingen later, als de bollen zouden bloeien, nog eens konden terugdenken aan die Hollanders. Het was een fantastische dag op een fantastische school. Het ging natuurlijk allemaal weer veel te snel voorbij en voor we het wisten waren we al weer op de terugweg naar Vlaardingen.

Enthousiast, vol nieuwe ideeën en plannen kwamen we aan. Duurzaamheid moest een van de kernwoorden worden van onze nieuwe stichting. Het woord “duurzaamheid” kwam inderdaad  later wel 26 keer voor in het nieuwe strategisch beleidsplan. Maar de werkelijkheid haalde ons weer eens genadeloos in. Het bleef bij mooie woorden. Er was weer eens geen geld…

Categorieën: Vlaardingen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.